Mijn partner is geadopteerd – Simon vertelt

Enkele maanden geleden publiceerden we in samenwerking met VAG een interview met enkele partners van geadopteerden. Speelt adoptie een rol in hun relatie? Beïnvloedt de adoptie van hun partner hun kinderwens? Zijn er herkenningspunten tussen de partners? De reacties op dat artikel gaven zo veel blijk van herkenning dat we nadien een oproep plaatsten met de vraag of er nog partners van geadopteerden hun verhaal met ons wilden delen. Een paar dagen later kregen we een mailtje van Johanna en Simon.

Ik ben Simon, oorspronkelijk opgegroeid in Zeeland (Nederland), maar intussen woon ik al een hele tijd in Amsterdam. Ik heb er mijn partner ontmoet, Johanna, met wie ik 2,5 jaar samen ben. Volgend jaar gaan we trouwen. Daar kijk ik ontzettend naar uit.

Johanna is geadopteerd uit Colombia. Ze was 3 maanden oud toen ze naar Nederland kwam. Haar adoptie is een thema waar we vaak over praten en waar ze erg open over is. Het kwam tijdens onze eerste date al ter sprake.

Voor ik Johanna leerde kennen wist ik eigenlijk niet zo veel over adoptie. Het was voor mij iets dat er gewoon was, zeg maar. Je werd geadopteerd en daarmee was de kous af. Zeker als je op heel jonge leeftijd geadopteerd werd en het grootste deel van je leven in Nederland hebt doorgebracht, voel je je toch gewoon helemaal Nederlands, dacht ik. Ik stond er totaal niet bij stil dat adoptie zo’n impact kan hebben, zelfs al is de periode tussen wanneer je geboren bent en wanneer je geadopteerd wordt heel kort.

Ik had in de krant wel al gelezen over adoptie, dus ik had wel een beetje een beeld van wat adoptie kan doen met iemand, maar dat besef was niet zo diepgaand. Dat kwam er pas door er met Johanna over te praten. Sindsdien begin ik te begrijpen hoe adoptie soms heel subtiel kan doorwerken in bepaalde dingen of bepaalde angsten.

Johanna heeft vroeger een moeilijkere periode gehad. Ze was toen erg onzeker over haar adoptie, was op zoek naar haar identiteit en naar haar familie. Nu gaat het beter, maar het is een periode waar we veel over gepraat hebben. Op die manier is adoptie dus op een directe manier aanwezig in onze relatie.

Daarnaast geeft Johanna geregeld aan dat ze gespannen is, snel stress ervaart en zich zorgen maakt. Johanna denkt veel vanuit het perspectief van de ander en maakt zich soms te veel zorgen om andermans problemen. Het is moeilijk om te bepalen of die dingen te maken hebben met adoptie, maar ze vermoedt zelf dat het er wel aan gelinkt is.

Johanna heeft gelezen over hoe stress tijdens de zwangerschap invloed kan hebben op het kind. Misschien hangt haar stress dus wel samen met de spanningen die haar moeder voelde toen ze zwanger van haar was. We weten niet precies wat er gebeurd is tijdens en na de zwangerschap, maar hoe dan ook moet het voor haar mama een heel heftige periode geweest zijn.

Ik merk in het dagelijkse leven inderdaad dat Johanna vaak spanning voelt, heel alert is en snel schrikt van geluiden en schrikachtig is. Zeker bij grote veranderingen, zoals bv. verhuizen, is ze voortdurend heel erg vooruit aan het denken. Ze wil graag de controle hebben.

Dat heeft soms impact op mij, want ik vind het af en toe wel lastig. Ik denk dan: “maak je niet zo druk of maak je niet zoveel zorgen, het komt wel goed”. Ik merk dat ik dan ook onrustig word in die situatie. Soms vind ik het dan best lastig om daarmee om te gaan, want ze kan wel eens ongeduldig uit de hoek komen naar mij toe.

Ik ben als persoon net heel rustig en stabiel, dus voor haar ben ik in zulke situaties een rust- en vertrouwenspunt bij wie ze haar ei kwijt kan en opnieuw tot rust kan komen. Dat vind ik fijn om te horen, als ze dat tegen me zegt.

Omgekeerd vult zij mij net aan omdat zij veel meer vooruit kijkt en praktischer ingesteld is. Voor een deel ligt dat ook aan hoe we zijn opgevoed, denk ik: in haar adoptiegezin is iedereen wat meer vooruitdenkend, terwijl mijn ouders me eerder hebben opgevoed vanuit de idee dat alles wel in orde komt en je je geen zorgen hoeft te maken. Ze neemt daardoor ook meer initiatief dan ik, omdat ik de dingen wat meer op me af laat komen.

Johanna heeft een tijd therapie gevolgd voor haar stressklachten. Onlangs heeft ze ook een hypnosesessie gedaan en dat heeft haar wel geholpen. Desondanks blijven de klachten opduiken. We zijn dus op zoek naar manieren om die spanning te verlichten. Ze gaat bv. naar de fysiotherapeut om de spanning in haar lichaam weg te nemen, daarnaast zoekt ze naar manieren om zich minder zorgen te maken en alles wat meer te kunnen loslaten. Als ik bv. kijk naar onze eerste verhuizing vs. de verhuizing die we onlangs deden, merk ik dat ze nu nog altijd gespannen is, maar wel al veel minder dan de eerste keer.

Johanna heeft weinig informatie over haar biologische ouders. We weten alleen dat haar moeder erg jong was, 18 jaar, en zichzelf niet in staat achtte om voor een kind te zorgen. Johanna heeft haar moeder tijdens een van haar reizen naar Colombia gevonden en via omwegen contact met haar gezocht, maar haar moeder wilde daar niet op ingaan. Haar vader is helemaal niet in beeld.

Ik denk dat ze die reactie van haar moeder wel min of meer een plaats heeft kunnen geven, maar het blijft moeilijk voor haar. Haar moeder is het enige aanknopingspunt dat ze heeft. Ze zou bv. graag neven of nichten ontmoeten, maar dat is tot nu nog niet gelukt.

Ik krijg er zelf ook een beetje een brok van in de keel en vind het vooral jammer dat ze voorlopig niet de kans heeft om haar moeder te ontmoeten. Ik voel vooral medelijden met hoe ze dat moet beleven.

Johanna is erg benieuwd naar Colombia. We zijn er afgelopen zomer ook samen geweest. Zij was er al twee keer eerder naartoe gereisd, maar ze wou die ervaring ook eens met mij delen. Ik vond het ook heel leuk, want ik wilde graag dat stukje van haar identiteit leren kennen. Het was een reis die vooral bedoeld was om samen het land te verkennen, we waren er niet om verder op zoek te gaan naar haar biologische familie.

Colombia is een mooi land met een diverse natuur en cultuur. Het is dus voor ons beiden leuk om er te zijn. Zij voelt er zich erg thuis en voelt duidelijk een verbinding met het land, ondanks dat ze als baby al na enkele maanden naar Europa kwam. Ze spreekt een beetje Spaans, dus ze kan zich goed uitdrukken. Ik merkte ook dat ze er erg ontspannen was. Ik denk dus dat we in de toekomst nog wel eens naar Colombia zullen reizen.

Over het algemeen ervaart Johanna positieve gevoelens bij haar verjaardag en aankomstdag. Haar verjaardag vieren we altijd met een feestje. Haar aankomstdag wordt niet echt gevierd, maar er wordt wel altijd bij stilgestaan. Haar moeder stuurt dan bv. een kaartje. Bij haar verjaardag heeft ze een dubbel gevoel omdat dat de dag is dat ze is afgestaan en omdat er niet is uitgekeken naar haar komst. Maar tegelijkertijd voelt ze zich vanzelfsprekend wel jarig op dat moment en is ze toch blij dat ze geboren is.

Toen ik het interview met de partners van geadopteerden las, waren er twee dingen die ik herkende in onze relatie. Het eerste is de kinderwens. Ik weet dat Johanna graag een kind wil, vooral omdat ze dan met iemand een bloedband zal hebben. Ze zegt wel eens dat ze het fijn zou vinden als een toekomstig kind haar ogen zou hebben, want ze heeft mooie, bijzondere ogen. Daaraan merk ik dat ze uitkijkt naar een bloedverwant en dat ze fysieke herkenning zoekt in een kind.

Het is voor mij soms moeilijk om bij bepaald gedrag er de vinger op te kunnen leggen: heeft het met adoptie te maken, is het gewoon deel van haar persoonlijkheid, of een beetje van beide? In zekere zin kun je alles wel in verband brengen met haar adoptie, maar dat voelt niet juist. Dat maakt het soms lastig om bepaalde dingen te benoemen als partner. Johanna is bovendien erg goed in het herkennen en benoemen van emoties en te kijken wat eronder schuilgaat. Ik ben daar wat minder goed in en ben wat geslotener. Voor mij is het dus niet altijd zo makkelijk om die dingen onder woorden te brengen, maar ik doe mijn best (lacht).